IERLAND LAND VAN SAGEN EN LEGENDES

home

fotos

Dag 1. vrijdag.

Ze noemden het "land van sagen en legendes, woeste kusten en heerlijke guinness" en Air Lingus brengt er ons naar toe, samen met nog andere reizigers van VTB, 23 in totaal, 24 met de reisleider, een gepensioneerd directeur van KBC. We worden opgewacht door onze chauffeur; een Pool. Het is razend druk in de luchthaven van Dublin en ook daar buiten want de rit naar het hotel gebeurd stapvoets. Een snelle hap in de pub van het hotel en dan begint het "uitgebreid" bezoek aan Dublin. De Saint Patrick's Cathedral, mooie glasramen,imposante beelden van belangrijke mensen en de onvermijdelijke herinneringen aan het militair verleden onder het engelse bestuur. Dan naar het Trinity College, de universiteit en daarin de bibliotheek en het Book of Kells, het 9e eeuwse, handgeschreven en geillustreerd manuscript met prachtige miniaturen van de 4 evangelien.Op een loopje naar het centrum, naar het beeld vanMolly Mallone (die van de cockles en de mussels) en een glimp opvangen van het belangrijkste shopping centrum. En dan de bus op voor een bezoekje aan Phoenix Park waar de paus in 1979 1 miljoen gelovigen in audientie ontving. Meer laat de tijd en het verkeer in Dublin niet toe, en, samen met onze eerste plensbui gaan we terug naar het hotel.

Dag 2. zaterdag.

We gaan richting Cork. Het is zonnig en we maken een eerste stop in Glendalaugh. Daar staan de ruines van een klooster, een kerkje en een slanke, hoge verdedigingstoren. Die zou als schuilplaats dienst gedaan hebben tegen plunderende vikings. Heel het gedoe ligt in de Valley of the Two Lakes, en omdat het zo'n mooi weer is doen we een wandelingetje rond een ervan.
Dan weer verder voor een fotostop aan een graanveld. Daar ligt middenin een dolmen of graf 5000jaar oud en 150ton zwaar.
En dan naar Kilkenny, voor de lunch, een blik op het kasteel en een wandeling door de stad naar de St Canice's Cathedral, ook met zo'n slanke toren er naast. Kilkenny is een aangenaam stadje met typische huizen, uithangborden en portieken, uiteraard Kilkenny Castle en veel volk, enorm veel volk. Het toerisme in Ierland viert hoogtij, je hoort om de haverklap italiaans, spaans, amerikaans, duits en ja, ook wat vlaams.

Dag 3. zondag.

Een wandeling door de verlaten straten van Cork op een zondagmorgen is niet veel bezonders. In Cork is hevig gevochten en veel vernield tijdens de burgeroorlog van 1919-1921 en dat verklaart allicht waarom de gebouwen niet veel zaaks zijn en de kathedraal is gesloten.
Maar dan gaan we naar Cobh (zeg "Koov") van waaruit honderdduizenden, hongerige en straatarme Ieren emigreerden tijdens en na de Grote Hongersnood maar waar ook de Titanic en de Lusitania voor het laatst aanlegden. In het vroegere treinstation heeft men een Heritage Centre gemaakt die de perikelen in beeld en woord brengen. Buiten staat het standbeeld van Annie Moore, een 15-jarig meisje dat met haar jongere broertjes als eerste imigrant landde in New York, op het pas in gebruik genomen Ellis Island. Het kind kreeg toen 10 dollar en nu, ook ginder, een standbeeld. Natuurlijk is er ook het obligate souvenierwinkeltje.
De Old Midleton Distillery is het manna voor de liefhebbers van goeie (ierse) whiskey (met e!) Het hele complex wordt als archeologische industriele site in stand gehouden sinds de nieuwe distillery in gebruik werd genomen, de graansilos, de kuiperij, het waterrad en de stoommachine, die twee functioneren nog steeds. Winkel en proeverij ontbreken vanzelfsprekend niet.
Dan naar Muckross House, een authentiek, origineel bemeubeld victoriaans landhuis in een enorme tuin en het Killarney National Park. Het weer is belabberd, het regent pijpestelen maar de uitleg en aanblik van de gids(e) maakt veel goed.
Niet alleen in de stadjes loopt het storm, ook op de wegen is het dikwijls bumper aan bumper rijden. De werkelijkheid is iets anders dan wat de Ierse Dienst voor Toerisme graag toont.

Dag 4. maandag.

Het is bewolkt maar het regent niet. Vandaag staat de Ring of Kerry op het programma. Een rondrit over het schiereiland Iveragh. Dit deel van Ierland staat te boek onder de rubriek "niet te missen". Hier ligt ook de hoogste "berg" van Ierland, de Carrantuohill ongeveer 1050m (nu ja berg!). De landschappen zijn in ieder geval heel mooi. Meren, bossen, weilanden, riviertjs, kronkelige wegen, schilderachtige stadjes en de kustweg langs de oceaan met de vele eilandjes. Het ware nog mooier geweest, indien de bouwpromotoren aan de ketting waren gelegd en de Irish Real Estate Bubble hier niet zo had toegeslagen. Soms lijkt het wel of je door een villapark in Schilde rijdt.
We stoppen voor een demonstratie van een schaapherder met z'n bordercollies. Zowel de honden aan het werk zien als de sappige tongval en het commentaar van de man is een plezier.
In Waterville aan de oceaan wordt gestopt voor de lunch en een (korte) wandeling langs de winderige waterkant. Ierland, leverde niet alleen een horde amerikaanse presidenten, maar lokte ook beroemdheden als Charley Chaplin. Hij kreeg wél een standbeeld.
Een beroemd uitzichtpunt is Ladies View, de term verwijst naar hofdames van Queen Victoria die hier bij het zien van het landschap verrukte kreetjes slaakten. Allicht in beter weer, want bij ons gaan de hemelsluizen weer open.

Dag 5. dinsdag.

We bezoeken vandaag het schiereiland Dingle. Het programma spreekt van een "historisch openluchtmuseum". Ietwat overdreven tenzij men ook hier de villas bij rekent die her en der in het (overigens heel mooie) landschap zijn neergeploft.
De rozen in de tuin aan de kathedraal zijn een beetje over hun hoogtepunt heen maar niettemin nog een streling voor het oog. De weg is hier zo mogelijk nog kronkeliger en smaller dan gister en op sommige ogenblikken is het millimeter werk voor de chauffeur en de bus, maar de vergezichten zijn onveranderlijk mooi, en voor een keer is de zon ook van de partij. Er staan kleine stenen hutjes, in de vorm van een bijenkorf, waarin monniken zouden gewoond hebben. De weg langs de kust en het zicht op de hoge klippen en de Blasket Islands is indrukwekkend. We maken een fotostop om al dat moois van iets dichterbij te bewonderen.
Een gedenkplaat herinnert aan een schip van de Spanish Armada dat hier schipbreuk leed. Een beetje cynisch want de overlevenden werden opgehangen.
Het Gallarus Oratorium is de volgende bezienswaardigheid. Een vroeg Christelijke kerk (denkt men) ergens tussen de 6e en 9e eeuw. Het opmerkelijke is dat het ding werd gebouwd zonder cement en poeierdroog is (een prestatie in het natte Ierland). Een legende wil dat men van zonde gezuiverd is als men door het venster kruipt (ook een prestatie want dat is 18x12cm).
In Dingle duiken we een grote pub in voor de lunch en een bezoek aan het stadje met z'n mooie haventje.
De Conor Pass staat wel op het programma maar kan niet doorgaan wegens "te smalle wegen voor te grote bus".
Ierland telt ook een aantal stranden. Inch beach is daar een mooi voorbeeld van. Het strand is groot en breed en automobilisten kunnen bijna in zee parkeren. Of het water, ondanks de Golfstroom, aangenaam is, is een goed bewaard geheim.

Dag 6. woensdag.

We verlaten Killarney en het Arbutus hotel (overigens een gezellig hotel) onder een grijze bewolkte lucht.
Het dorpje Adare is een der mooiste dorpjes van Ierland. Een hele rits kleine huisjes met strodaken, de meeste zijn winkeltjes of restaurants maar sommige zijn echt nog bewoond. De Holy trinity Abbey is indrukwekkend en het Adare Manor Hotel, dat ooit Bill Clinton te slapen legde, ligt goed verstopt in een groot domein en achter gesloten hekken.
Nog een stop in Ennis voor een weinig indrukwekkend (en gratis) museumbezoek, lunch in een (heel) grote pub en dan op naar de Cliffs of Moher, een van de meest spectaculaire uitzichten in Ierland, de klippen reizen 200m uit zee op en vanop het hoogste punt O'Brien's Tower heb je zicht zuidwaarts en noordwaarts. Ieren weten hoe ze hun natuurschoon te gelde moeten maken. Toegang is gratis, maar voor de parking betaal je een pond van je vlees. Het gloednieuwe visitor's centre met de brede geplaveide wandelweg doet trouwens ietwat afbreuk aan de woeste schoonheid van de klippen. Van die woeste schoonheid genoten wij trouwens in de pletsende regen.
De Burren (van het gaelic boirean of grote rots) is een uniek karst-landschap van 300 vierkante kilometers vol blokken kalksteen met spleten. Wegens te nat en te glad mogen we het enkel vanop de weg bekijken en fotograferen.

Dag 7. donderdag

Het is bewolkt maar het regent niet. We bezoeken heel vroeg de Galway's Crystal Heritage Centre, een artistieke glasblaserij waar enkel prachtig spul wordt gemaakt met oud-keltische motieven.
We rijden naar Connemara. Een ruig maar mooi landschap dat nog niet ontdekt is door de projektontwikkelaars. Tussen naaldbossen en veengrond liggen her en der meren verspreid. Bijna overal heb je zicht op de Twelve Bens of Twelve Pins de bergreeks in het westen van Connemara, de hoogste top heeft de bescheiden hoogte van 730m.
Niet ver van Clifden ligt het Connemara Heritage & History Centre en het huisje van Dan O'Hara, een arme boer die tijdens de Great Famine uit z'n huisje werd gezet, met vrouw en 6 kinderen naar Amerika emigreerde, onderweg vrouw en 3 kinderen verloor en 2 jaar later van pure hartzeer ook overleed. Het huisje en de omgeving geven een goed beeld hoe mensen toen leefden, je leert wat over turf en je hebt een geweldig zicht op het veenland of Roundstone Bog tot aan de Atlantische Oceaan en er staan op het domein enkele replicas van middeleeuwse en pre-historische woningen o.a de crannòg.
De zon schijnt als we aankomen bij Kylemore Abbey; imposant gebouw, oorspronkelijk een landhuis (het noemde toen Kylemore Castle) gekocht door Benedictinessen in 1920, en sindsdien is het een klooster en meisjesschool. Salon, eetkamer en kapel getuigen van vroegere glorie en de omgeving is om van te snoepen.
Op de terugweg rijden we langs Killary Harbour met z'n mosselbanken, de enige fjord in Ierland.

Dag 8. vrijdag.

We wandelen nog eventjes door Galway, op dit vroege uur is er nog niet veel te beleven maar er zijn typische huisjes, mooie gevels en uithangborden en interessante winkels. En er is een origineel monument voor Oscar Wilde.
Knock is een bedevaartsoord met mogelijk een der lelijkste basilieken ooit, vandaar naar Sligo en Drumcliffe voor een kort bezoekje aan het graf van W.B.Yeats en dan naar Donegal naar ons hotel. Voor het stadje staat weer een file en het duurt een eeuwigheid voor we eindelijk in het centrum arriveren, inchecken in ons hotel voor een nacht en dan naar Glenveagh National Park vertrekken, met het gelijknamige kasteel, dik 1:30 uur rijden.
Als we er aankomen is het 17:00 en te laat voor het bezoek aan het kasteel, een half uurtje voor de tuinen en een beetje rondom kan nog net. 3:00 rijden heen en terug voor een bezoek van iets meer dan 30minuten aan een natuurgebied van 16.000ha, annex historisch en bemeubeld kasteel......... Hm.!

Dag 9. zaterdag.

Vandaag rijden we naar Noord Ierland.
Sedert ze daar meer met mekaar spreken dan mekaar afmaken ligt het toerisme daar ook goed in de markt. Het is zaterdag en het verkeer rijdt vlot en het regent niet! De grens tussen Noord en de Republiek ben je over voor je er erg in hebt en veel verschil zie je ook niet, behalve dan in het geld, daar is het Pond koning.
Ons eerste bezoek is aan Derry of Londonderry zoals de Unionisten het blijven noemen, en de nationalistische katholieke wijk Bogside, bekend en berucht vanwege de rellen en Bloody Sunday. Er zijn goed bewaarde stadswallen en vandaar heb je een goed zicht op Bogside waar kunstzinnige, maar zwaar politiek getinte muurschilderingen huizen versieren.
St Columb's Cathedral staat voor de helft in de stijgers maar dat stoort niet bij een bezoek binnen. Mooie glasramen, standaarden van Ierse regimenten en herinneringen aan veldslagen in verre landen.
Het mooiste stukje natuur in Noord Ierland is zeker Giant's Causeway. De weg er naar toe loopt langs glooiende heuvels, een schilderachtige kustweg met een ruine van een abdij of kasteel. De Causeway zelf is een rotsformatie van 40000 basaltblokken die als een geplaveide weg de zee inlopen. Natuurlijk is er een legende als zou dat het werk zijn van een reus. De werkelijkheid is iets prozaïscher en heeft alles te maken met lava dat versneld aan de oppervlakte stolt.
Het Visitor's Centre is minder opvallend dan bij de Cliffs of Moher en de omgeving nodigt uit tot een wandeling, en dat de zon schijnt is natuurlijk dankbaar meegenomen. Speciale formaties kregen een naam, zoals de Reuzenbot en het Orgel.
We vertrekken naar Belfast, de voorziene stadsrondrit met een lokale gids is er niet bij, want te duur volgens de reisleider. We toeren zelf een beetje rond en komen voorbij het droogdok waar de Titanic werd gebouwd van 1909 tot 1912, en het park met daarin het Stormont Parliament Building dat sinds kort weer in gebruik is en dan nemen we onze intrek in ons hotel.

Dag 10. zondag.

Nog een verdere korte stadsrondrit, de verschillende wijken van protestanten en katholieken zijn herkenbaar aan de verschillende vlaggen die er wapperen, de Queens University, het stadhuis met het herdenkingsmonument aan de slachtoffers van de Titanic, Albert Clock en ook hier, muurschilderingen die zwaar politiek getint zijn.
Op weg naar Dublin brengen we nog een bezoekje aan Monasterboice, een kerkhof waar de abt Muiredach van Monasterboice minstens een van deze hoogkruizen liet oprichten zo'n 1000jaar geleden. Ze worden bij de mooiste van Ierland gerekend.
En dan nog naar Newgrange, een prehistorische vindplaats, een graftombe en die zou ouder zijn dan de pyramides van Gizeh in Egypte. Een bezoek aan het graf zelf is niet voor ons weggelegd, wij beperken ons tot het visitor's centre, een video voorstelling, een mock-up van het graf en een kleine expositieruimte waar met kopijen van kleding, jachtwapens, werktuigen en een hut wordt getoond hoe onze voorvaderen de dag doorkwamen.
Dan vliegensvlug naar de luchthaven want onze chauffeur heeft om 16:00 zijn volgende groep uit Japan dit keer. Wij moeten nog wat wachten want Air Lingus heeft dit keer een uurtje vertraging, en als we eindelijk in het vliegtuig zitten staan we ook hier, maar dan voor het laatst in de file in Ierland.